Onderzoeksvragen voor de natuur

In deze stap gaan jullie je functies omzetten in onderzoeksvragen die we aan de natuur kunnen stellen.

In de volgende fase ga je op zoek in de natuur naar organismen die kampioen zijn in het voor elkaar krijgen van je functies. Om oplossingen voor jouw uitdaging in de natuur te vinden, is het belangrijk dat je ze op de juiste manier zoekt. Dit doe je door een onderzoeksvraag voor de natuur op te stellen: “Hoe zou de natuur [en dan een werkwoord invullen; de functie waar je een oplossing voor zoekt]?”. Denk eraan dat je zoekt naar de term die het best omschrijft wat je wilt dat je oplossing DOET en niet wat het IS.

Zie je vraag als een ‘Google search’; als het een heel ‘brede, algemene’ vraag is krijg je te veel antwoorden; en als je hem te ‘smal, te precies’ maakt krijg je heel weinig antwoorden. Door context toe te voegen kun je een vraag breder of smaller maken. Bijvoorbeeld: ‘hoe maakt de natuur iets waterdicht onder water?’ maakt de vraag preciezer. En ‘hoe maakt de natuur iets dicht?’ maakt de vraag juist breder.

Richt je vragen niet te veel op mensen. Als we bijvoorbeeld vragen: “Hoe zou de natuur een waterfles ontwerpen” dan denken we misschien nergens aan omdat de natuur geen flessen ontwerpt. Maar als we de vraag vertalen naar “hoe zou de natuur water vervoeren?” (of bewaren, opslaan, etc.) dan kunnen we beginnen met het vinden van biologische modellen voor de functie die we zoeken.

Het is ook interessant eens na te gaan hoe de natuur die functie juist NIET doet. Dat zegt veel over of iets een goede en duurzame oplossing is of niet.

Ga nu verder op de tweede pagina van het werkblad: